woensdag 18 mei 2016

Arme jongen

Aan alle kanten merk je dat het tegen het einde van het schooljaar aan begint te lopen.

Waar Mik anders 's morgens om 6 uur al naast ons bed staat, is hij nu met moeite om kwart voor 7 wakker te krijgen. En ik hoor al van veel meer ouders dat de respectievelijke kinders eerst niet in bed te krijgen zijn (is toch nog licht buiten, mam...) en 's morgens niet wakker te krijgen (het is al licht jongens, wakker worden!).

Ook bij de meeste van mijn leerlingen merk ik dat de eindeschooljaarsmoeheid heeft toegeslagen. Ze zijn met moeite de klas in te krijgen. Degenen met iPads zijn zo mogelijk nóg meer met Snapchat en Facebook bezig en willen liefst alleen maar klagen over wat er nog gedaan moet worden voor het einde van het schooljaar. Om dan met een lijdelijk gezicht achterover te zakken op de bank en verder te gaan Snapchatten.

Mijn Congolese Ugandees uit de 9e vindt het eigenlijk ook allemaal wel best. Ondanks dat hij pas een jaar hier is, staat hij er best heel goed voor en ziet hij ernaar uit om naar het gymnasium te gaan. Waarom zou je je dan nu nog heel erg druk maken om een zeepje dat je moet maken voor NO of om de handwerktheorie voor je handarbeid project. Met een beetje vriendelijk oppeppen en af en toe de verbale zweep erover, redden we het ook de komende 3 weken nog wel denk ik.

Hoe anders het voor een aantal anderen. In de voorbereidingsklas (de opvangklas voor nieuw aangekomen buitenlandse studenten) is een paar weken terug weer een aantal nieuwe leerlingen begonnen. In leeftijd variërend van 13 t/m 16/17 moeten de nieuwe mensen zich in deze paar weken voor de zomervakantie nog een hele hoop nieuwe dingen eigen maken. Maar ja, waar begin je als je in je thuisland niet eens lezen of schrijven hebt geleerd? In de voorbereidingsklas wordt natuurlijk aandacht aan de nieuwe taal, het Zweeds, gegeven. Maar het is geen Zweedse talencursus. Niet ah la SFI zoals wij gedaan hebben bijvoorbeeld. En voor zover ze niet in de voorbereidingsklas zitten, lopen ze mee in het gewone rooster in hun 'eigenlijke' klas. Vandaag kwam een van de jongens uit de voorbereidingsklas met handarbeid in de klas van mijn Congolese Ugandees zitten. De arme jongen leest geen letter in zijn eigen taal, laat staan dat hij het schrijft. En zijn Zweeds bestaat uit ja, nej en tack. Maakt niet uit welke vraag je hem stelt. Wat is dan het nut dat zo'n jongen (wel met studiebegeleider, dat dan weer wel) in de handarbeid klas komt zitten terwijl iedereen met een eigen handarbeid project bezig is? Hij heeft geen idee waar ze mee bezig zijn, er is geen klassikaal deel omdat iedereen al een paar weken bezig is met ieder zijn eigen handarbeid project. De arme jongen heeft toen maar een beetje in zijn telefoon zitten gluren.

Tja. wat moet je daar nou mee? Het is niet 1, 2, 3 op te lossen. Maar alles staat of valt wel met het leren communiceren als je het mij vraagt. De basis van het opbouwen van een nieuw bestaan in een compleet nieuw land/cultuur is wel dat je mensen kunt verstaan en je verstaanbaar kunt maken lijkt mij. De eerste aandacht zou het leren van de taal moeten zijn. En lezen en schrijven als dat nodig is. En daarna kan je eens gaan kijken hoe ze in een regulier schoolsysteem in kunnen stromen.

Gelukkig werkt het huidige systeem voor sommige leerlingen wel. Kijk naar mijn Congolese Ugandees. Maar die heeft dan ook het geluk dat hij aardig wat 'bagage' meebrengt. Maar voor degenen met minder geluk, daar hou ik mijn hart voor vast want die verzuipen in het het huidige systeem.

Geen opmerkingen: