Heb altijd genoten van de "Ik Vertrek" verhalen waarin de respectievelijke hoofdpersonen zich dapper, maar met weinig kennis van de nieuwe taal, staande proberen te houden in hun nieuwe thuisland. Gewapend met een ANWB woordenboek en een gezonde dosis, ja.. wat zal ik het noemen.. komen ze er uiteindelijk meestal wel.
Wij hebben voor een andere manier gekozen. Ongeveer een jaar voor vertrek zijn we in Nederland met Zweeds begonnen. Ik ben naar de Volksuniversiteit gegaan voor een cursus en dat briefde ik dan in de weekenden over aan de mannen. Mik vond het in het begin best leuk hoor, maar als je er in het dagelijks leven niet direct nut van hebt, waarom je er dan nog heel fanatiek in verdiepen? Met plaatjeswoordenboeken en stug volhouden, is er toch best iets van dat jaar blijven hangen, merken we nu.
Eenmaal in Zweden, was het voor Mik het spannendst toen hij naar school ging. Ook voor Miks juf overigens. Die arme ziel had er al slapeloze nachten van gehad dat ze een buitenlandse jongen in de klas kreeg. Hoe moest dat nou met de lessen. En wat als die buitenlandse jongen nou nog echt helemaal niks kon begrijpen van het Zweeds. Zowel juf als Mik hebben zich er vol enthousiasme ingestort en als je nu ziet en hoort hoe lekker Mik zich voelt op school, hoe makkelijk hij mee kan komen in de klas dan kan ik alleen maar hartstikke trots op Mik zijn (en ook op juf hoor). In het begin heeft juf haar iPad elke dag meegenomen voor Google Translate. Met handen en voeten en ook met nog wat verdwaalde Zweedse woorden die bij Mik waren blijven hangen, heeft Mik in de eerste week al een boekje gemaakt.
Toen ik gisteren op Miks feest (still post party bliss by the way!) zijn vrienden hoorde vertellen hoe knap ze het van Mik vinden dat hij na 3 maanden al zoveel Zweeds snapt en praat, toen kreeg ik het helemaal warm van trots zijn.
Maar wat is nou de keuze die we maken met betrekking tot onze andere taal, het Nederlands? We bouwen ons nieuwe leven hier, maar natuurlijk blijft het heel belangrijk om met de familie en met vrienden in Nederland te kunnen praten. De voertaal als we in huis zijn, is nu nog voornamelijk Nederlands. We proberen elke dag tijdens het eten wel zoveel mogelijk in het Zweeds over de dag te vertellen. Dat is jätteroligt kan ik je zeggen! Behalve borden en bestek liggen er dus ook altijd woordenboeken bij ons op tafel.
Maar om nou als we buiten zijn met ons 3 Zweeds te gaan praten, dat voelt (nog?) raar. We gaan best hard met SFI, maar ik kan nog lang niet alles zo makkelijk zeggen als ik het in het Nederlands of het Engels kan.
Ik ben heel benieuwd wanneer we ons net zo thuis voelen in de taal als we ons nu al voelen in Rödön.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten