vrijdag 9 juni 2017

Good to go!

Oncologie, MRI, datortomografie. Van alles wat op -i eindigt, krijg ik een beetje een queasy gevoel. Geprik in mijn arm, geprik in mijn buik, nog meer geprik in mijn arm, oh ging niet, dan maar prikken in mijn andere arm en een uur stil liggen in een buis zo smal als een regenpijp. Sinds mijn operatie in Umeå, was dit mijn 3e driemaandelijkse avontuur, maar in al dit gedoe ben ik (nog steeds?) niet goed.

Gelukkig wordt het avontuur in het ziekenhuis altijd leuk afgesloten met een bezoek aan mijn all time favourite arts, rugchirurg Michel. Samen met een heel team aan wonderdokters heeft Michel destijds in Umeå een heldendaad verricht en 95% van de tumor weggehaald.

Het spannende is en blijft nu hoe het met die 5% is. De oncoloog had me 2 weken geleden al verzekerd dat het goed gaat. Goed met mijn bloed, goed met de 5%. Of liever slecht met de 5%, want die was niet gegroeid sinds de vorige keer. En daarom gaat het dus goed met mij. Onder andere.

Vanmorgen had ik mijn afspraak met Michel. Rugchirurgie zit ver weg van al het andere in het ziekenhuis in Östersund. Ver weg van alles wat maar prikken kan. En het ruikt er ook niet zo ziekenhuizerig. Michel begroette me weer heel stralend en we hebben samen naar de MRI beelden gekeken. Zelfs zijn baard wapperde vrolijk mee toen hij me het positieve nieuws gaf dat mijn skelet er prima uitziet. En dat het zelfs lijkt alsof de 5% misschien wel 4,75% is geworden! Ik kon bijna wel huilen van blijdschap!

Waar de oncoloog (welke dan ook) me altijd het gevoel geeft dat ik ziek ben - wat op zich ook zo is want de kanker is niet weg - geeft Michel me altijd het gevoel dat we nog iets kleins weg moeten werken, maar dat het goed is. Dat dit nog even een dingetje is, maar that we can do this. I guess dat ik het de oncoloog ook niet kwalijk kan nemen. Dat wat er nog zit, is natuurlijk hun ding. Daar zijn ze oncoloog voor om daar iets mee te doen. En het lijkt wel of oncologen zo in hun dingetje zitten, dat ze vergeten dat er een mens achter de lab uitslagen zit.

Michel is van de botten, van het skelet en van alles wat eventueel een bedreiging daarvoor zou kunnen zijn. En nog een groot verschil: Michel is ook van de communicatie, van de patiënt achter de MRI beelden en het vuistdikke patiëntdossier. Michel die snapt ook dat ik het nu het lastigst vind in mijn hoofd. Mijn lijf wordt elke dag sterker en ik kan en doe en wil steeds meer. Maar mijn hoofd heeft het er soms moeilijk mee dat ik niet kankervrij ben. Dat ik niet kan zeggen dat de kanker weg is. Want dat is ie niet. Er zit nog maar een klein ietsiepietsie beetje, maar toch.

Het is goed dat ik Michel altijd als laatste zie in mijn driemaandelijkse ziekenhuisgedoe. Dankzij hem ga ik altijd met een (nog) positiever gevoel over mijn lijf en leden de toekomst in.

I'm good to go, for at least another 3 months. En dan? Dat zien we dan wel weer. Nu ga ik vieren! En bijna inpakken, op naar de vakantie!

Geen opmerkingen: